Bouwmaterialen en vochtgevoeligheid

Hoe reageren bouwmaterialen op vocht?

Elk bouwmateriaal heeft zijn eigen manier van omgaan met vocht. Sommige materialen nemen snel vocht op en geven het ook weer gemakkelijk af. Andere houden het vocht vast of zijn gevoelig voor schade wanneer ze nat worden.

De vochtdoorlaatbaarheid, porositeit en hygroscopiciteit van een materiaal bepalen hoe het zich gedraagt in vochtige omstandigheden.

Veelgebruikte materialen en hun eigenschappen

Baksteen

Poreus en neemt gemakkelijk vocht op. Afhankelijk van de soort baksteen (volle baksteen vs. snelbouw) kan de gevoeligheid sterk verschillen.

Cementgebonden pleister

Sterk absorberend. Pleisterwerk raakt snel verzadigd bij opstijgend vocht of condensatie.

Beton

Minder poreus dan baksteen, maar kan bij kleine scheuren of ondoordringbare afwerkingen (zoals verf) water vasthouden.

Hout

Organisch materiaal dat uitzet en vervormt bij vochtopname. Langdurig nat hout is vatbaar voor schimmel en houtrot.

Gipsplaten

Zeer gevoelig voor vocht. Bij contact met water kunnen ze snel vervormen, uitzetten of beschimmelen.

Natuursteen en kalkzandsteen

Kunnen vocht opnemen, maar reageren trager. Bij hoge zoutbelasting zijn ze kwetsbaar voor uitbloei en schade.

Wat is hygroscopiciteit?

Hygroscopische materialen trekken vocht aan uit de lucht. Vooral wanneer zouten aanwezig zijn (bijv. in pleisterwerk na opstijgend vocht), verhoogt dat effect. Zelfs als een muur technisch droog is, kan die alsnog vochtig aanvoelen door hygroscopische zouten.

Zie ook zoutuitbloeiing voor meer informatie.

Waarom is kennis van materialen belangrijk?

Bij het behandelen van vochtproblemen is het cruciaal om te weten welk materiaal aanwezig is:

• Welk injectiemiddel werkt het best?
• Is pleisterwerk herbruikbaar of moet het vervangen worden?
• Hoe snel droogt het materiaal?
• Kan het vocht afgeven of vasthouden?

Een correcte analyse voorkomt foute aannames en zorgt voor een doeltreffende aanpak.